Nieuws
De vier gasten van het slotdebat met Coen Verbraak
Het slotdebat wordt geleid door niemand minder dan historicus en journalist Coen Verbraak. Nog één keer komt Verbraak terug met Kijken in de Ziel, dit keer live tijdens de Historicidagen 2019! Hij neemt tijdens het slotdebat de ziel van vier Nederlandse historici onder de loep. Daarbij gaat het ook over het congresthema ‘Inclusieve Geschiedenis’.
De eerste gast is Pepijn Brandon. Hij is werkzaam bij het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis en de Vrije Universiteit Amsterdam. In zijn werk richt hij zich op de geschiedenis van kapitalisme, oorlog en economische ontwikkeling en slavernij. Samen met collega-onderzoeker Ulbe Bosma publiceerde hij afgelopen juni een baanbrekend artikel over de betekenis van slavernij voor de Nederlandse economie.
De tweede gast is cultuurhistoricus Nancy Jouwe. De afgelopen twintig jaar werkte ze als manager en (adjunct-)directeur in de NGO-sector op het snijvlak van mensen- en vrouwenrechten, kunst, cultuur en erfgoed. Ze bracht publicaties uit over zwart feminisme, postkoloniale gemeenschappen en racisme in Nederland, maar ook over slavernijgeschiedenis. Jouwe doceert bij diverse onderwijsinstituten en maakt deel uit van onderzoeksproject Mapping Slavery dat de sporen van de Nederlandse rol in de slavernijgeschiedenis in kaart brengt.
De derde gast is Lise Koning. Zij studeerde geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam en is als medewerker Educatie & Evenementen verbonden aan het Noord-Hollands Archief. In 2018 werd ze verkozen tot Jonge Historicus van het Jaar én Jonge Archivaris van het Jaar. Onlangs publiceerde ze het artikel ‘Zwarte Piet, een blackface personage’, in het Tijdschrift voor Geschiedenis.
De vierde gast is Henk te Velde. Hij is hoogleraar Vaderlandse Geschiedenis aan de Universiteit Leiden en verrichte voornamelijk onderzoek over vertegenwoordigende instellingen in Nederland in de negentiende en twintigste eeuw. In 2002 verscheen zijn boek Stijlen van leiderschap. Persoon en politiek van Thorbecke tot Den Uyl waarin hij de politieke stijl van een aantal markante politici als uitgangspunt nam voor een reflectie over de Nederlandse politieke cultuur van 1850 tot 1950.